maandag 23 juni 2008

Ict-situatie op mijn stageschool

Ik onderzoek: Hoe wordt er omgegaan met computer- en digibordengebruik op mijn stageschool?
Ik wil weten of veranderen: Waarvoor ze op de computers bezig zijn en in hoeverre er digiborden worden gebruikt.
Ik wil veranderen dat ze er alleen achter zitten voor belangrijke dingen en niet voor spelletjes
Dit ga ik onderzoeken.
Mijn doel is: dat de docent in de gaten houdt dat de kinderen alleen op de computer bezig zijn voor schoolwerkzaamheden en heel zelden om iets van ene spelletje te doen. dat de docent veel met het digibord aan de gang is.

De school is de Touwladder in Zoetermeer.
Eerst de stageklas op dat moment: groep 7.
Ze hebben 2 computers in de klas staan, die elke dag gebruikt worden. Elke morgen moet een aantal kinderen “flitsen”. Daarbij komen er woorden langsgeflitst op het beeld die ze dan hardop moeten uitspreken. Dit bevordert het leestempo.
Daarna hebben ze rekenen, wat de leerlingen zelfstandig op hun eigen niveau doen. Tijdens het rekenen gaan om de beurt twee kinderen telkens nar de computer om daar de tafels te oefenen of om te oefenen met bepaalde onderwerpen uit het boek.
Elke dag wordt de computer in groep 7 dus druk gebruikt.
Nou is het niet zo dat de computer buiten de rekenlessen helemaal niet wordt gebruikt. De kinderen mogen ook dingen opzoeken op de computer. Als zij bijvoorbeeld een werkstuk moeten maken, of als zij bezig zijn met werkhuis, of als zij een keer een projectweek hebben en daar dingen voor op moeten zoeken.
Zij kunnen dan zoeken op Google. Dit is aan het begin van het jaar door de docent uitgelegd. Elke leerling kan hier dan ook mee omgaan. Ook is het natuurlijk zo dat de meeste kinderen ook al wel thuis een computer hebben, waardoor ze dus aal veel van de computer af weten.
Elke twee weken wordt er op de touwladder een soort nieuwsbrief gemaakt, waar instaat wat er die weken in de verschillende klassen is gedaan.
Groep 7 maakt deze “Houtje-touwtje” op de computer. Ze moeten hiervoor foto’s en tekst maken die ze er in kunnen zetten.
De foto’s moeten eerst bewerkt worden. De leerkracht heeft ook uitgelegd hoe dit moet, maar omdat er best een lange periode tussen zit voor je er weer mee moet werken ligt er ook een boekje bij de computer. Dit boekje is gemaakt door de leerkracht zelf. Hier staat precies in hoe je een foto moet bewerken. Dit is duidelijk aangegeven met foto’s van het beeldscherm en tekst erbij.
Hierdoor leren de leerlingen heel goed met de computer omgaan.

Op de school hebben ze ook digiborden. Dit is erg fijn, omdat het toch veel meer mogelijkheden biedt. Zo kunnen de leerkrachten thuis een les in PowerPoint maken en zo laten zien op het digibord. Ook kan er direct informatie worden opgezocht op internet en zo met de hele klas worden gedeeld.
Voor spreekbeurten is het vooral heel handig, de kinderen kunnen het via het digibord laten zien en kunnen zo ook gemakkelijker filmpjes en plaatjes aan de klas laten zien over het onderwerp.

In de onderbouw wordt eigenlijk alleen gewerkt met de computer voor de verschillende schoolvakken, zoals rekenen, taal en die soort vakken.
Mijn mentor had toevallig een ict-cursus gevolgd dat jaar. Zij legt de overige leerkrachten uit over het gebruik van de computer in de school. En over het gebruik van de programma’s om cijfers in te voeren in het systeem.
Er wordt dus aardig veel gedaan met de computers op mijn stageschool, maar wel alleen voor schoolwerkzaamheden. Heel soms is er een enkele uitzondering dat iemand even een spelletje mag spelen op de computer, zonder dat dit iets met school te maken heeft.

De digiborden zijn nog steeds inaantocht.


Bronnen:

Mentor Els de Bruijn
Directeur Willem-Jan van Hest
Artikel 1
Artikel 2

Geen opmerkingen: